Kerstbomen vernieuwen belangrijker dan vernieuwen van politieke cultuur - Vlaamse schepen wordt een fantoomschepen

PERSMEDEDELING   Johan Van den Driessche (Gemeenteraadslid  N-VA  Brussel-stad)

Naar aanleiding van de installatie van de gemeenteraad  en de verkiezing van de schepenen van Brussel-stad op 3 december heeft gemeenteraadslid (N-VA) Johan Van den Driessche volgende kritische opmerkingen geformuleerd. 

1.       Gemeenteraad wordt  niet voorgezeten door een onafhankelijk voorzitter

Johan Van den Driessche stelt  vast dat de nieuwe coalitie niet gekozen heeft voor vernieuwing en dat de gemeenteraadszittingen nog steeds zullen worden voorgezeten door de burgemeester. Hij  betreurt dat. De gemeentewet laat zulke scheiding van beide functies toe omdat dit meer garanties geeft dat de wetgevende en controlerende machtonafhankelijker functioneert van de uitvoerende macht. De nieuwe coalitie mist hier de kans om een eerste stap te zetten naar een nieuwe politieke cultuur. In een goedwerkende democratie is het essentieel dat de uitvoerende macht (burgemeester en schepenen) op een afdoende wijze wordt gecontroleerd. Een  voorzitter van de gemeenteraad die geen burgermeester is, is daarbij een eerste stap.

Blijkbaar is het  voor de hoofdstad van dit land  belangrijker om kerstbomen te vernieuwen dan de politieke cultuur.

2.       Tweetaligheid van de schepenen

Johan Van den Driessche  gaat  er vanuit dat alle schepenen de twee officiële talen van deze stad verstaan en spreken. Dit is niet enkel logisch en  maar ook democratisch.  Men mag van de uitvoerende macht toch verwachten dat zij de  officiële talen spreken van de bevolking waarover zij bevoegd zijn en dat ze met de bevolking  direct kan communiceren. Of verwacht het stadsbestuur  misschien dat de burgers de taal moeten spreken van de schepenen ? Bovendien is het ook behoorlijk bestuur.

Burgers  mogen immers van de beleidsmakers verwachten dat zij minstens de taal van de documenten die zij ondertekenen  verstaan.

3.      Schepen voor Vlaamse aangelegenheden wordt een fantoomschepen

Johan Van den Driessche heeft vernomen dat de schepen van Vlaamse aangelegenheden weerom noch  bevoegd zal zijn voor Nederlandstalig onderwijs noch voor Nederlandstalig cultuurbeleid. Dit is onbegrijpelijk en tegen de geest van de gemeentewet.

Ook is de schepen voor Vlaamse aangelegenheden niet bevoegd  voor andere persoonsgebonden materies als welzijn, jeugd, sport, onthaalbeleid.

Dit getuigt van weinig respect voor de Vlaamse gemeenschap hier in de hoofdstad.

In gemeenten als Jette, Sint-Agatha-Berchem, Sint-Jans-Molenbeek  en  Anderlecht gebeurde dit nochtans wel.  

Het argument dat de bevoegdheden moeten samengevoegd worden  met deze van de Franstalige gemeenschap voor de efficiency heeft geen geloofwaardigheid als dat argument komt van diegenen die tegen de fusie van politiezones en Brusselse gemeenten zijn.

Johan Van den Driessche stelt bovendien vast dat in de Vlaamse rand  bepaalde  Franstalige partijen eisen dat het recht  dat over bepaalde rechtsdomeinen  wordt uitgesproken door Franstaligen moet gebeuren  – en daar gaat het slechts over de toepassing van wetten , wat dus een objectieve aangelegenheid is. Hij kan er dus niet  bij dat op het vlak van beleidde materies over eigen taal en cultuur niet door een Nederlandstalig schepen mogen worden ingevuld en uitgevoerd.

Johan Van den Driessche stelt ook vast in de Vlaamse rand bepaalde Franstalige partijen  eisen dat de Franstalige gemeenschap de wettelijke bevoegdheid krijgt inzake de inspectie van het Franstalig onderwijs –dat zij zelf niet financiert -  en dit op het grondgebied waar zij  niet bevoegd is. Ook gezien die eis vindt hij het onbegrijpelijk dat als het gaat over  eigen taal en cultuur de Nederlandstalige schepen niet bevoegd is.

Hij kan alleen maar vaststellen dat  bepaalde Franstalige partijen een andere benadering voorstaan naargelang het gaat om de Franse of de Nederlandse taal en cultuur; wat dus niet enkel getuigt van een groot gebrek aan respect maar uitgaat van het feit dat bepaalde talen en culturen boven de andere staan, hier in de hoofdstad  van het land, dat wettelijk tweetalig is.   

De ervaring van de voorbij jaren was  bovendien  dat  - los van het beleid – deze opdeling van bevoegdheden in geval van problemen  niet werkt. Dat bewoners, verenigingen en instanties  zicht toen richtten tot de  Vlaamse schepen van Vlaamse aangelegenheden en dat deze dikwijls niet in staat bleek om zaken bij collega’s veranderd te krijgen.

Johan Van den Driessche hoopt  in alle geval dat de schepen van Vlaamse aangelegenheden een stevig budget krijgt in functie van de Lombard-dotatie anders wordt het helemaal een lege doos;  wordt het een schepen die door  de gangen van dit gemeentehuis trekt op zoek naar  andere schepenen  met de echte bevoegdheden en budget in de hoop dat zij zo welwillend zullen zijn naar haar te luisteren en als die echte schepen dan toch  iets wil doen zelf met de pluimen gaat lopen. Zoiets heeft een naam. Een fantoomschepen. Dat is het lot dat haar te wachten staat.