Slechts 1 Brusselse gemeente op 3 heeft intern controlesysteem

Op 22 september 2017, over deze onderwerpen: Brussels Hoofdstedelijk Parlement

“Slechts één Brusselse gemeente op drie heeft een intern controlesysteem dat onder meer fraude, fouten in de financiële informatie, inefficiëntie en inbreuken op de wetgeving moet voorkomen. De Brusselse regering faalt in haar rol als toezichterhouder”, aldus Johan Van den Driessche, fractievoorzitter van de N-VA in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement.

De Nieuwe Gemeentewet stelt dat gemeenten moeten instaan voor de interne controle op hun activiteiten. Een intern controlesysteem is het geheel van maatregelen en procedures dat ontworpen is om een redelijke zekerheid te verschaffen over het voorkomen van fraude, de beschikbaarheid van betrouwbare financiële en beheersinformatie, het efficiënt en economisch gebruik van middelen, de bescherming van activa en het bereiken van de doelstellingen. Via een schriftelijke vraag aan minister-president Rudi Vervoort poogde Johan Van den Driessche zicht te krijgen hoever de gemeenten op dat vlak staan.  

Uit dat antwoord blijkt nu dat de gewestelijke dienst Plaatselijke Besturen in 2016 een evaluatie heeft uitgevoerd en dat slechts 6 gemeenten over een intern controlesysteem beschikken zoals voorzien in de Nieuwe Gemeentewet. Het gaat om Anderlecht, Brussel-Stad, Elsene, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Gillis en Schaarbeek. Vorig jaar vond een vorming plaats over de implementatie van een intern controlesysteem voor de gemeenten en OCMW’s, georganiseerd door de Gewestelijke School voor Openbaar Bestuur en gesubsidieerd door de Brusselse regering. “Maar vandaag kunnen wij uit het antwoord van de minister-president afleiden dat er nog niet echt veel is gewijzigd op het terrein”, stelt Johan Van den Driessche vast.

De overige gemeenten beschikken volgens de minister-president wel over een informeel systeem van interne controle, maar die volgen de wettelijke bepalingen niet. “Niet alleen passen die gemeenten de wet niet toe, het bestaan van een informeel controlesysteem is helemaal geen garantie voor een performant en professioneel systeem van interne controle. Kortom, het gewest moet haar rol als toezichthouder ernstiger vervullen”, vindt Johan Van den Driessche.

Bovendien, gezien het belang van het bestaan van een performant intern controlesysteem bij de gemeenten, kan het gewest haar toezicht niet beperken tot het vaststellen of er al dan niet een intern controlesysteem bestaat, zoals uit het antwoord van de minister-president blijkt. “Net zoals het Rekenhof de kwaliteit van de dienst Interne Audit van het Brussels gewest controleert, moet het Gewest de kwaliteit van de interne controle bij de gemeenten controleren. Vooral omdat het hier gaat om een opstartfase inzake een materie waarmee de gemeenten weinig of geen ervaring hebben. Een goed werkende interne controle is immers de sokkel van goed bestuur", besluit Johan Van den Driessche.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is