Van den Driessche: "Nooit volledig stadionproject voorgesteld" (Artikel Bruzz)

Op 11 januari 2017, over deze onderwerpen: Brussel-Stad, Brussels Hoofdstedelijk Parlement
Het artikel zoals het verscheen in Bruzz op 11 januari door Danny Vileyn.

Johan Van den Driessche (N-VA) is de kwelduivel van burgemeester Yvan Mayeur (PS) en minister Guy Vanhengel (Open VLD). Hij probeert het dossier van het voetbalstadion op Parking C ten gronde uit te spitten, maar dat is geen sinecure.

Van den Driesssche: “Ik zie geen verschil in transparantie tussen het stadsbestuur en de Brusselse regering. Ik verwijt de regering dat ze nooit het hele project voor het nieuwe stadion heeft voorgesteld. Dat is allemaal fragmentarisch gebeurd, ik vind dat enorm storend. Uiteindelijk zei Vanhengel: ‘Ik ben al die vragen beu, ik zal alles eens in één vergadering toelichten.’  Toen we aandrongen, klonk het: ‘Ik ga die vergadering houden als alles rond is.’ Zo kan het parlement zijn werk niet naar behoren doen en is de burger ook niet op de hoogte. Een project van deze omvang en grote maatschappelijke invloed verdient beter. Hoeveel stakeholders zijn hierbij betrokken, hoeveel geld gaat er om en hoeveel contracten zijn er getekend?”

“Als we geen zicht hebben op het hele plaatje kunnen de minister en de burgemeester ons gemakkelijk met een kluitje in het riet sturen en dat proberen ze ook. Ze voelen zich zelfs niet verplicht om te antwoorden. Dat heb ik ook al met Mayeur meegemaakt: je krijgt een antwoord, maar geen antwoord op de vraag die je gesteld hebt of je stelt drie vragen en je krijgt maar antwoord op één. Dring je aan, dan zegt Mayeur doodleuk dat hij geantwoord heeft. Het is een ontmoedigingsstrategie, ik heb al moeten dreigen met een officiële klacht om een antwoord te krijgen. In de stad geldt de regel niet, maar je moet er ook rekening mee houden dat in het parlement de regel geldt dat je drie maanden moet wachten om over hetzelfde onderwerp opnieuw een vraag te stellen. Uiteindelijk dreigen vervolgvragen vijgen na Pasen te worden. Ik moet geen tekeningetje maken hoe moeilijk het de oppositie wordt gemaakt.”

Alternatieve routes

Als Van den Driessche geen parlementslid en gemeenteraadslid was geweest, was hij aan veel minder informatie geraakt. “U herinnert zich misschien dat er tijdens de zomer van vorig jaar een aantal contracten getekend werd in het Brusselse stadhuis. De burgemeester en het bestuur van voetbalclub RSCA zijn toen ‘s avonds breeduit op alle tv-zenders te zien geweest. Ik heb toen aan de stad gevraagd hoeveel contracten er getekend waren, maar er kwam geen duidelijk antwoord. Uiteindelijk antwoordde Vanhengel dat er op die bewuste dag in het stadhuis vier overeenkomsten getekend waren en zo had ik informatie om de contracten bij de stad op te vragen. Soms moet ik alternatieve routes volgen, zeker als er vzw’s in het geding zijn waar geen openbaarheid van bestuur geldt. Ik kan begrijpen dat de stad om operationele redenen taken uitbesteedt aan een vzw, maar dat is geen reden om het toezicht op die vzw aan de gemeenteraad te onttrekken.”

Van den Driessche weigert het gebrek aan transparantie te herleiden tot een spel van meerderheid en oppositie: “De Brusselse politici willen geen pottenkijkers, transparantie zit niet in hun DNA, ze zijn gewoon om te doen wat ze willen en zijn verontwaardigd als iemand uitleg durft te vragen. Een rapport van het Rekenhof van 19 september 2016 waarin beschreven wordt wat er allemaal misliep tijdens de periode 2012-2014 wat financieel toezicht aangaat, heeft bij de MR, de grootste oppositiepartij amper voor deining gezorgd. Het is allemaal zo erg Ons kent ons.”

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is