Beter bestuur is goed, maar Brusselse Vlaming betaalt een prijs

Op 20 oktober 2017, over deze onderwerpen: Brussels Hoofdstedelijk Parlement

De Interparlementaire Commissie heeft vandaag twee ordonnanties goedgekeurd inzake de transparantie van de bezoldigingen en voordelen van de Brusselse openbare mandatarissen alsook de oprichting van een Brusselse deontologische commissie. De N-VA is tevreden met het resultaat en heeft beide voorstellen goedgekeurd. Op die wijze zullen de Brusselse openbare mandatarissen meer transparantie moeten geven en worden hun vergoedingen beperkt.

Toch is de N-VA ontgoocheld, en wel om twee redenen. De gezamenlijke deontologische commissie vervult haar rol zowel voor het Brussels Hoofdstedelijk gewest als voor de Gemeenschappelijke gemeenschapscommissie (GGC), wat twee afzonderlijke politieke instellingen zijn. Er is op zich niets mis mee dat voor beiden ‘parlementen’ eenzelfde deontologische commissie wordt gecreëerd, in tegendeel, maar de manier waarop dit gebeurt mag niet ten koste gaan van de rechten van de Brusselse Vlamingen die in de GGC genieten van een bijzonder beschermingsmechanisme en dat in het verleden deel uitmaakte van een globaal en precair politiek akkoord. In de door de commissie goedgekeurde tekst wordt de bevoegdheid om de commissieleden te benoemen gedelegeerd door de GGC naar het Brussels Parlement. Nochtans heeft de Raad van State eerder al in vergelijkbare omstandigheden gesteld dat de GGC geen afstand kan doen van haar bevoegdheden ten voordele van een andere politiek orgaan.

Bovendien zullen de beslissingen van de deontologische commissie genomen worden met een eenvoudige meerderheid van stemmen. Indien deze commissie zou opgericht worden enkel in de schoot van de GGC, dan zouden die beslissingen genomen moeten worden met een dubbele meerderheid. Dit laatste is te verklaren omdat deontologie een bij uitstek gemeenschapsgerelateerde aangelegenheid is en dat in de praktijk kon worden vastgesteld dat in andere beroepsgroepen zoals architecten, advocaten, bedrijfsrevisoren e.d. de inzichten en benadering nogal eens durven verschillen van gemeenschap tot gemeenschap. Welnu, in de goedgekeurde versie is van deze dubbele meerderheid geen sprake.

Deze ontwikkeling kadert in de strategie van de voornamelijk Franstalige partijen om de impact van de gemeenschappen en hun instellingen op het politieke leven in dit gewest te laten verwateren en dat is een evolutie waartegen de N-VA zich hevig verzet. “Ik betreur dat wij niet meer steun hebben gekregen van de andere Vlaamse partijen die in de commissie vertegenwoordigd waren (O-VLD, Sp.a en Groen). Mochten we één front hebben gevormd dan zouden wij die evolutie gewoonweg hebben kunnen afblokken”, aldus Johan Van den Driessche, fractievoorzitter van de N-VA in het Brussels parlement. 

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is