Vervoort kiest niet voor vereenvoudiging, maar voor de institutionele verfransing van Brussel, mét Open Vld en Sp.a

Op 25 oktober 2016, over deze onderwerpen: Brussels Hoofdstedelijk Parlement

“Uit alle voorstellen om Brussel te vereenvoudigen, zoals bijvoorbeeld de fusie van gemeenten, kiest Vervoort juist de afschaffing van de Brusselse Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) uit.”, reageert Brussels N-VA parlementslid Liesbet Dhaene. “Dat is niet toevallig: de GGC is immers hét symbool van het Brussels compromis, waar de Vlaamse en Franstalige taalgemeenschappen samenkomen. Dit mét bescherming van de Nederlandstalige minderheid, zodat een Nederlandse zorgverlening binnen de GGC-instellingen zou gegarandeerd zijn. Onder het mom van institutionele vereenvoudiging, zet Vervoort vooral een grote stap naar de institutionele verfransing van Brussel. Gesteund door de Vlaamse ministers Vanhengel (Open Vld) en Smet (Sp.a). De CD&V kijkt toe en laat begaan.

Naar aanleiding van de beleidsverklaring kondigde Vervoort aan dat hij begin 2017 een stappenplan zal neerleggen met het oog op een institutionele hervorming van Brussel. Het eerste voorstel is alleszins al duidelijk: de opname van de GGC in het Gewest.

De GGC, bevoegd voor gemeenschapsbevoegdheden, is hét symbool van een delicaat Brussels compromis. Deze gemeenschapsbevoegdheden, zoals ouderen- en gezondheidszorg, zijn persoonsgebonden. Zorgverlening in de eigen taal is dus extra belangrijk. Om een tweetalige dienstverlening te garanderen, komen de Vlaamse en Franstalige taalgemeenschappen van Brussel binnen de GGC samen, mét bescherming van de Nederlandstalige minderheid. “Eén van die beschermingen is dat er per bevoegdheid twee ministers inspraak hebben, zowel een Vlaamse als een Franstalige. Dat Vervoort juist hieraan raakt, heeft niets te maken met institutionele vereenvoudiging om Brussel efficiënter te maken, maar alles met het institutionaliseren van de verfransing van Brussel”, aldus Dhaene.

In de praktijk zijn de instellingen binnen de GGC berucht om het gebrek aan Nederlands van hun zorgverlening. Denk maar aan de IRIS-ziekenhuizen. “De opeenvolgende Vlaamse ministers in de Brusselse regering die garant zouden moeten staan voor het Nederlands binnen deze “tweetalige” instellingen, hebben hun rol niet opgenomen en doen dat nog steeds niet.  Het is echter ongezien en ronduit schandalig dat Vanhengel (Open Vld) en Smet (Sp.a) hun medewerking geven aan de volledige afschaffing van één van de grondwettelijke beschermingsmechanismen van de Nederlandstalige minderheid in Brussel. De CD&V met staatssecretaris Bianca Debaets weigert intussen kleur te bekennen en laat begaan”,  besluit Dhaene.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is