Brussel blijft met geld strooien via Belirisfonds: ‘Tapijthandel’

Eind vorige week bereikten de federale en de Brusselse regering een akkoord om in 2023 en 2024 via het Belirisfonds 279 miljoen euro extra in Brussel te investeren. Met dat geld worden onder meer vijftien nieuwe investeringsprojecten opgestart. Die beslissing kan bij de N-VA op weinig begrip rekenen. Fractieleider Cieltje Van Achter hekelt de uitgavendrift in budgettair zware tijden.

“De federale en Brusselse regering hebben minstens één ding gemeenschappelijk: het geld is op.”, reageert Van Achter. “In feite moet elke euro twee keer worden omgedraaid alvorens hem uit te geven, ook wanneer die uit het Belirisfonds komt. De regering doet echter compleet het omgekeerde. Bij de eerste opportuniteit die zich voordoet, worden vijftien nieuwe investeringsprojectjes opgestart. En dat terwijl de grote Brusselse projecten, zoals metrolijn 3, in het gedrang komen wegens een gebrek aan geld!”

Geld voor metrolijn naar lokale projectjes

Van Achter ondervroeg begrotingsminister Sven Gatz (Open Vld) maandag in het Brussels Parlement over de nieuwe Belirisprojecten. “Het Belirisfonds is opgericht voor de financiering van infrastructuur- en mobiliteitsprojecten die de internationale en hoofdstedelijke rol van Brussel bevorderen. De metro past perfect binnen die doelstelling. Toch gaat er steevast een groot deel van de ruim 125 miljoen euro per jaar naar allerhande lokale projectjes. Daar dient Beliris helemaal niet voor”, stelt Van Achter. “Het voorbije jaar gaf minister Gatz in de media al meermaals aan dat hij mijn mening deelt: Belirisgeld moet vooral naar de metro gaan. Vandaag blijken dat loze woorden. In de pers worden grote beloftes gemaakt. In de realiteit gaat de tapijthandel van Belirisprojectjes gewoon door.”