Brusselse regering: ‘Wat niet weet, niet deert’

‘Wat niet weet, niet deert’ bleek ook in 2016 het motto van de Brusselse regering. “De Brusselse regering denkt dat hoe minder het parlement weet, hoe beter. Minister-President Vervoort oordeelt dat het ‘de traditie is om regeringsbeslissingen achter te houden’ en dus worden regeringsbeslissingen steevast niet overgemaakt aan het parlement. Als er nu eens een traditie is die op de schop mag, dan is het wel deze traditie van het totaal gebrek aan transparantie.” klaagt Brussels N-VA parlementslid Cieltje Van Achter aan.

“Want een beleid dat het daglicht niet mag zien, kan geen goed beleid zijn.” stelt Van Achter. “Denk maar aan het Eurostadiondossier waarbij de Brusselse regering probeert te verbergen wat dit stadion gaat kosten aan de belastingbetaler. Of neem het tunneldossier, waarbij studies al jaren geleden aantoonden dat de tunnels rot zijn en dat grondig herstel dringend nodig was. De parlementsleden en de Brusselaars hadden geen toegang tot deze studies en konden zo geen druk zetten op de regering om te starten met de renovatie. De factuur van de renovatie valt hierdoor vandaag veel duurder uit.”

“Wat het nog erger maakt, is dat de Brusselse regering de Grondwet en de wetgeving op openbaarheid van bestuur schendt. Deze wetgeving verplicht de regering om informatie over te maken als burgers of parlementsleden dit vragen. Zo moet minister Smet (sp.a) zijn fietspadenplan of zijn investeringsplan voor het openbaar vervoer overmaken, maar weigert hij dit te doen. De adviezen van de commissie voor de toegang tot de bestuursdocumenten worden door hem gewoonweg genegeerd. Je kan je afvragen wat er in die documenten staat, als ministers de wet overtreden om deze toch maar niet te moeten vrijgeven. Wie zei er iets over politieke cultuur? De wet naleven, zou al een start zijn voor deze Brusselse regering”, besluit Van Achter.