Financiële controle binnen eigen Brusselse administratie en op de andere Brusselse instellingen faalt

“Uit de lezing van het rapport van het Rekenhof kan ik enkel maar besluiten dat de financiële controle op de eigen  Brusselse administratie en de andere Brusselse instellingen faalt” aldus Brussels N-VA-fractievoorzitter Johan Van den Driessche, “en dat er bovendien blijkbaar de vaste  wil en de cultuur ontbreekt om daaraan echt iets te doen.”

Het Rekenhof heeft vandaag haar 21e boek over het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gepubliceerd. Het Rekenhof controleert openbare financiën waaronder dus ook het Brussels Gewest. Het boek, flinke turf van 172blz, overspant de periode 2010 tot 2014. Bij een eerste lezing zijn al opvallende vaststellingen te maken.

Zo heeft de ‘Interne Audit’ van de gewestelijke administratie sinds haar oprichting in 2004 nauwelijks gefunctioneerd. Deze dienst is nochtans uitermate belangrijk voor het goed verloop van het administratief en operationeel beheer. Instellingen als  Brussel Mobiliteit zijn in hetzelfde bedje ziek. Het huidig systeem van interne controle laat immers niet toe om op continue en volledige wijze te meten of doelstellingen worden gehaald en risico’s worden gedetecteerd en ondervangen.

Niet minder dan 33  Rekeningen van autonome bestuursinstellingen werden niet tijdig of helemaal  niet ontvangen door het Rekenhof waaronder deze van Leefmilieu Brussel/BIM, Net Brussel, Dienst Brandweer en Dringende Medische Hulp, Actiris en Het Parkeeragentschap.

Bovendien konden  een reeks rekeningen door het Rekenhof niet worden goedgekeurd door de talrijke, belangrijke tekortkomingen zoals deze van Leefmilieu Brussel/BIM, Net Brussel, Actiris, Brussels Agentschap voor de Ondernemingen en de MIVB

Het gewest blijkt ook geen specifieke  maatregelen genomen te hebben om de lokale besturen hun begrotingsverplichtingen te doen naleven in het kader van het nationaal begrotingsplan op middellange termijn.

“Het rapport bevat talrijke voorbeelden van wat  men financieel  wanbeheer kan noemen en een gebrek aan transparantie en toezicht. Als ik op stadsniveau bijvoorbeeld  persoonlijk vaststel dat  de  schepen van financiën een externe controle van de stadsrekeningen geen goed idee vind omdat bij vastgestelde fouten dit een negatieve impact kan hebben op de bankrating; of als ik vaststel dat het gewest de gemeenten nog steeds geen instructies gegeven heeft om de waardering van hun investering in de Gemeentelijk Holding  terug te brengen tot wat ze op de markt nog waard is, kan ik enkel maar besluiten  dat de controle mechanismen van het gewest binnen haar eigen administratie en op de andere Brusselse instellingen faalt. Bovendien ontbreekt  blijkbaar de vaste  wil en de cultuur om daaraan echt iets te doen. Het spreekt vanzelf dat de N-VA fractie de komende weken zich verder op dit rapport zal concentreren”, besluit Van den Driessche.