Nood aan onderzoekscommissie n.a.v. weerkerende financiële schandalen

“Waar was het intern, gewestelijk en politiek toezicht op de administratie van de Brusselse brandweer. Ik vraag een onderzoekscommissie”, dat stelt Brussels N-VA-fractievoorzitter Johan Van den Driessche voor na het actualiteitsdebat over de wanpraktijken die door het Rekenhof werden vastgesteld.

De beschikbare boekhoudkundige gegevens zijn dermate ontoereikend dat het Rekenhof geen oordeel kan geven over de getrouwheid van de jaarrekening 2015 van de Brusselse brandweer (DBDMH). In een uitgebreide nota beschrijft het Rekenhof wat er fout liep: geen zicht op lopende geschillen, geen inventaris, foute waarderingen, niet gedocumenteerde verrichtingen, gebrek aan of geen interne controle, procedures die fraude toelaten, geen kasboek, het niet naleven van de wettelijke regelgeving, enz.

Volgens Johan Van den Driessche zijn er geen verzachtende omstandigheden. “De feiten tonen aan dat bepaalde verantwoordelijken niet competent zijn en die vastgestelde inbreuken wijzen erop dat er soms moedwil in het spel kan zijn. Dit gedrag besmeurt trouwens het imago en de geloofwaardigheid van de Brusselse brandweer, die zich onvoorwaardelijk inzet voor de veiligheid van de inwoners van dit Gewest”, betreurt Johan Van den Driessche

“De politieke verantwoordelijkheid van Christos Doulkeridis (Ecolo), voorganger van de huidige staatssecretaris, is in dit verband verpletterend en ik roep Ecolo op zich in heel deze affaire zeer bescheiden op te stellen want de problemen zijn niet ontstaan op 1 januari 2015.”

“Gezien de ernst van deze zaken moet bekeken worden wie op non-actief gezet moet worden en is het belangrijk uit te maken wie er gefaald heeft, zowel op operationeel vlak als op vlak van toezicht en de politieke verantwoordelijkheid. Het is duidelijk dat deze problemen niet los kunnen gezien worden van de andere financiële schandalen die de voorbije maanden en jaren naar boven zijn gekomen. Daarom vraag ik een parlementaire onderzoekscommissie die de wanpraktijken ten gronde moet onderzoeken en structurele maatregelen voor te stellen”, besluit Johan Van den Driessche.