U bent hier
Het Vlaanderen van de N-VA laat Brussel niet los
Binnenkort wordt aan Jean-Pierre Rondas de Erepenning ‘Albert De Cuyper’ uitgereikt. Terecht. Rondas maakte onlangs indruk met zijn politiek pamflet. “Suïcidale dialoog en rotte compromissen”. Het pamflet analyseert de geestesgesteldheid van Vlaamse partijen die reeds op voorhand toegevingen gaan bedenken ‘omdat dat toch nodig zal zijn’, waarna ze nog eens extra toegevingen moeten doen.
“Er is namelijk een constante in de Belgische politiek (…) Dat wil zeggen dat er voortdurend op Vlaamse compromisbereidheid wordt aangedrongen terwijl de Franstaligen zelf niet meer willen “compromitteren” op hun veroveringszucht van Vlaams Brabant.” Getekend: Jean-Pierre Rondas op 11 juli 2010. Het is in die lijn te plaatsen dat Bart De Wever voor de verkiezingen een parler vrai hanteerde en pleitte voor het afschaffen van het Brussels Gewest. Het is in die zin dat de N-VA steeds de 19 gemeentelijke structuren in vraag stelde. Waarom immers, zoals de traditionele partijen, op voorhand het compromis beogen?
En hoe vaak is het intussen na de verkiezingen niet geschreven dat de PS allerlei fraais aan CD&V beloofde om zonder de N-VA te regeren? Dat de Franstaligen het niet gewoon zijn te onderhandelen met een partij die niet meteen zwicht…
Eveneens meende Rondas “Wat Leterme in 2007 en 2008 wel een paar keer geprobeerd heeft maar slechts op halfslachtige wijze, en telkens met de bedoeling terug te komen (…), dat zal De Wever op een geloofwaardige manier moeten doen (…). Hij zal de pseudo-onderhandelingen op een geloofwaardige manier moeten opblazen om nadien op een geloofwaardige manier terug te kunnen komen.” Intussen is dat eigenlijk (minstens een eerste maal op 4 oktober) achter de rug en zijn we 165 dagen na de verkiezingen. Na de breuk tijdens de onderhandelingen kwam De Wever terug met een ‘geloofwaardige’ nota.
Daarvoor nog publiceerde Guido Ghekiere, actief bij CD&V Brussel in eigen naam een opgemerkte bijdrage in Meervoud (oktober 2010) en later communiceerde VKB haar ongerustheid over de aangehaalde ‘nota De Wever’ naar de pers (eveneens aangehaald in Meervoud, november 2010).
Zijn de nota’s van De Wever en Di Rupo nog relevant? Dat is momenteel niet duidelijk. In die zin is elke polemiek in hoge mate hypothetisch en provisoir. Om die reden wil ik me eerder richten op Ghekieres stuk, dat niet (enkel) beweert dat de N-VA toegevingen zal doen, maar vooral dat de N-VA regionalisering als uitgangspunt nemen om Brussel zo te kunnen loslaten ten voordele van Vlaamse onafhankelijkheid. En aangezien N-VA behoorlijk direct wordt aangevallen schreeuwt de analyse simpelweg om een reactie. Ook wij willen graag ‘ons hart eens luchten’.
Ghekiere is duidelijk in zijn aanklacht: hij meent dat N-VA Brussel doelbewust een versterking van het Gewest bepleit, ja zelfs het “ont-Belgen” van het Brussels Gewest. Volgens Ghekiere moet de N-VA “het tegendeel zelfs bewijzen”. Voorafgaand: het is toch enigszins bizar in een democratische rechtsstaat om beschuldigd te worden en zijn onschuld te moeten bewijzen. Eveneens voorafgaand: wat wél bewezen is, is de verantwoordelijkheid van CD&V in quasi alle voorgaande federale en Brusselse regeringen waardoor Brussel nu is wat het is. Het befaamde spreekwoord over de pot en de ketel lijkt hier op zijn plaats, althans wat het verleden betreft. Maar ook dat spreekwoord over ‘het schoentje passen en aantrekken’: CD&V zit in de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en werkte in het verleden mee aan de taalhoffelijkheidsakkoorden en momenteel aan de door die regering geambieerde bevoegdheidsoverschrijdingen.
Communautariseren is bij N-VA (en bij CD&V) altijd de beleidsoptie geweest om de belangen van de Brusselse Vlamingen te verdedigen, en de Vlaamse aanwezigheid in Brussel te garanderen, ook door middel van de aanwezige Vlaamse instellingen.
Van die visie werd en wordt niet afgeweken. Daarvoor is de N-VA zich te zeer bewust van het belang van Brussel voor Vlaanderen én van de Brusselse Vlamingen – ‘autochtoon’ en ‘allochtoon’. Net dat verschil in visie, in uitgangspunten, maakt een vergelijk zo moeilijk. Dat was ook in alle media te lezen gedurende het onderhandelingstraject tot waar we nu staan.
Eveneens is samenwerking rond gewestmateries zoals Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit essentieel en zou het verder loslaten van Brussel door Vlaanderen ook op dit vlak de geesten verder uit elkaar drijven (die ambitie komt ook duidelijk terug in het Vlaams Regeerakkoord).
Het alternatief is de voorspelbare “twee (FR) versus één (VL)” patstelling. De manier waarop Picqué uit zijn rol viel als minister-president van het Hoofdstedelijk Gewest én Paul Magnette die het had over ‘twee Franstalige gewesten’ spreken in dat opzicht boekdelen.
Tot daar Ghekiere over het front PS-N-VA (ofte de alliantie Wallo-Brux – Republiek Vlaanderen). Maar goed, the proof of the pudding is in the eating. Alleen is er nog geen echte pudding. De nota De Wever werd door de Franstaligen van tafel gegooid waardoor ook de N-VA zich er niet kon over uitspreken. Wel lijkt Vande Lanotte er op verder te borduren maar dat is geen zekerheid op het moment dat we dit schrijven. We willen er ook niet helemaal omheen fietsen. Kreeg het gewest meer bevoegdheden volgens de nota-De Wever? Ja. Moest de N-VA toegeven op zijn programma? Wellicht. Maar heeft men, zoals Rondas zou zeggen, op voorhand of van bij de aanvang toegegeven? Neen. Mogelijk waren een aantal kritieken naar aanleiding van de nota terecht, maar zeker zijn een aantal kritieken van bv VKB onterecht en/of kort door de bocht. Dat laatste geldt bijvoorbeeld voor de opmerkingen over beroepsopleiding, de werkgroep over de taalwetgeving, de constitutieve autonomie en het overhevelen van de kinderbijslag. Een detailanalyse zou ons te ver leiden en is (zoals aangehaald) mogelijks irrelevant gezien het statuut van de nota De Wever.
Overigens bevatte de tekst blijkbaar zo veel toegevingen aan de Franstaligen dat alle Franstalige betrokken partijen die dezelfde dag nog van tafel hebben geveegd… Net het luik Brussel was één van de redenen waarom de nota door de Franstaligen niet werd aanvaard. Politoloog Delwit en Philippe Moureux ventileerden hun kritiek in Knack: “Problematisch is De Wevers antwoord op de enige echt grote Franstalige onderhandelvraag: de herfinanciering van Brussel. (…). Voor het overige is de nota-De Wever de perfecte negatie van Brussel als volwaardig gewest. (…) .Aldus Delwit dus. Moureaux is zo mogelijk nog kritischer. (Knack, 20 oktober 2010). Ook Le Soir is interessant wanneer men de reacties op de verschillende standpunten en nota’s duidt: “Pour les francophones, la cogestion de Bruxelles en matière d’allocations familiales (lire ci-dessous) ou la tutelle fédérale (envisagée dans le cadre de la communautarisation de la Justice) sont ‘imbuvables’ » (Le Soir, 19 oktober) .
Kortom, met die versterking van het Gewest valt het nogal mee. Johan Vande Lanotte is nu aan zet. Op het moment van publicatie is een deel van deze vrije tribune misschien achterhaald. Maar indien de Brusselse Vlaamse Beweging en bij uitbreiding alle Brusselse Vlamingen menen dat alle toegevingen in een totaalakkoord op de kap van Brussel zullen gebeuren vergissen zij zich. Zij kunnen op beide oren slapen. Zij mogen ook waakzaam en kritisch zijn. Rondas ook overigens. Wij met N-VA Brussel zijn er gerust in. Maar dat zal de nabije toekomst uitwijzen.
Lieven De Rouck
Arrondissementeel voorzitter N-VA Brussel